Paragrafen

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Bij het weerstandsvermogen gaat het om de mate waarin de gemeente in staat is middelen vrij te maken om substantiële tegenvallers c.q. risico's op te vangen, zonder dat dit betekent dat het beleid veranderd moet worden.

Het weerstandsvermogen wordt als volgt gedefinieerd:

‘Het vermogen van de gemeente Urk om (onverwachte) verliezen en incidentele financiële tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat de continuïteit of de dienstverlening van de organisatie direct in gevaar komt of financiële noodmaatregelen nodig zijn.’

De beschikbare weerstandscapaciteit wordt gedefinieerd als:

‘Het geheel aan beschikbare en vrij aanwendbare financiële middelen om mogelijke risico’s met financieel gevolg op te kunnen vangen.’

Een risico kan worden ervaren als:

‘Een fenomeen dat latent aanwezig is en dat met een bepaalde kans tot (negatieve) gevolgen voor ons dagelijks functioneren kan leiden.’

De benodigde weerstandscapaciteit wordt berekend aan de hand van het totaal van de geïnventariseerde en gekwantificeerde risico’s.

Nota beleidskaders risicomanagement en weerstandsvermogen

In de raadsvergadering van 13 december 2012 is de nota Beleidskaders risicomanagement en weerstandsvermogen 2013 vastgesteld. In deze paragraaf weerstandsvermogen wordt invulling gegeven van de beleidskaders gegeven (voor zover in dit kader van toepassing). Het weerstandsvermogen wordt vertaald in een ratio waarbij de verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald.

Weerstandsvermogen

=

Beschikbare weerstandscapaciteit

Benodigde weerstandscapaciteit

Om de ratio voor het weerstandsvermogen te beoordelen wordt gebruik gemaakt van onderstaande waarderingstabel. Deze ratio moet in ieder geval hoger zijn dan 1,0 (waarderingscode C).

Waarderingstabel

Waarderingscode

Ratio

Betekenis

A

> 2,0

Uitstekend

B

1,4 tot 2,0

Ruim voldoende

C

1,0 tot 1,4

Voldoende

D

0,8 tot 1,0

Matig

E

0,6 tot 0,8

Onvoldoende

F

< 0,6

Ruim onvoldoende

Inventarisatieschema

act. begroting 2021

begroting 2022

Omschrijving

Beschikbare weerstands capaciteit

Benodigde weerstands capaciteit

Ratio

Beschikbare weerstands capaciteit

Benodigde weerstands capaciteit

Ratio

Incidenteel weerstandsvermogen

weerstandsvermogen algemene dienst

11.540

2.705

4,3

11.397

2.797

4,1

weerstandsvermogen grondexploitatie

6.369

7.487

0,9

6.671

8.054

0,8

Totaal

17.909

10.192

1,8

18.068

10.851

1,7

Structureel weerstandsvermogen

weerstandsvermogen algemene dienst

0

159

Het incidentele weerstandsvermogen van de algemene dienst is met een ratio van 3,8 uitstekend . Het incidentele weerstandsvermogen van de grondexploitatie is met momenteel 0,8 matig . De gemeente Urk bestaat uit één juridische en economische entiteit dus is het logisch de beschikbare weerstandscapaciteit in samenhang met elkaar te beschouwen en te beoordelen. Zodoende is de totale ratio 1,6. Dat is ruim voldoende om de niet-gekwantificeerde incidentele risico’s van de gehele organisatie op te vangen.

Het structurele weerstandsvermogen is voldoende. Er is geen bezuinigingstaakstelling in de begroting opgenomen.

Gelet op het bovenstaande en er van uitgaande dat niet alle risico’s zich gelijktijdig voordoen, wordt het totale weerstandsvermogen (incidenteel en structureel) als ruim voldoende beoordeeld.

Beschikbare weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit is van belang voor het beoordelen van de financiële positie van de gemeente. De weerstandscapaciteit omvat de mogelijkheden voor een gemeente om financiële tegenvallers (risico’s) op te vangen en bestaat (indien aanwezig) uit de volgende onderdelen:

  1. de Algemene reserve (algemene weerstandsreserve algemene dienst);
  2. de bestemmingsreserves die dienen ter egalisatie van de volgende specifieke begrotingsposten: Sociale uitkeringen (WWB), Maatschappelijke ondersteuning (WMO), Sociale werkvoorziening (WSW) en reserve Sociaal domein
  3. de ruimte op de begroting;
  4. de onbenutte belastingcapaciteit;
  5. de reserve Grondzaken (algemene weerstandsreserve grondexploitatie);

Hieronder worden deze componenten nader beschouwd:
1. De algemene reserve
Voor het bepalen van de weerstandscapaciteit van de algemene dienst is de hoogte van het vrije deel van de algemene reserve (algemene weerstandsreserve algemene dienst) van belang. De geraamde stand per ultimo 2022 van het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve bedraagt € 4,7 mln.

2. De bestemmingsreserves die dienen ter egalisatie van de volgende specifieke begrotingsposten: Sociale uitkeringen (WWB), Maatschappelijke ondersteuning (WMO),  Sociale werkvoorziening (WSW) en reserve Sociaal domein
Deze bestemmingsreserves dienen tot nu toe ter jaarlijkse egalisatie van de geraamde baten en lasten van de betreffende begrotingsonderdelen. Ze functioneren voor die onderdelen zoals de algemene reserve functioneert voor de rest van de begroting. Om die reden worden deze reserves meegenomen bij het bepalen van de algemene weerstandscapaciteit. Het niet-beklemde deel bedraagt naar verwachting per ultimo 2022: € 6,5 mln.

3. De ruimte op de begroting
De structurele ruimte in de meerjarenbegroting 2022-2025 is geraamd op de stelpost voor onvoorziene uitgaven. Er is een structureel gelijkblijvende stelpost opgenomen van € 159.000 (2021: € 159.000). De andere posten die structureel in de begroting zijn opgenomen worden geacht volledig noodzakelijk te zijn voor specifieke doeleinden en geen ruimte te bevatten.

Structurele exploitatieruimte
Op basis van de gemeentelijke boekhoudvoorschriften (Besluit Begroten en Verantwoorden) wordt de structurele exploitatieruimte als volgt weergegeven:

Omschrijving (excl. incidenteel)

2020

2021

2022

2023

2024

2025

A. totaal structurele lasten

60.627.880

56.773.774

66.179.052

60.698.126

60.201.702

64.239.029

B. totaal structurele baten

66.850.567

55.301.495

67.700.982

60.602.032

60.680.410

65.323.784

C. totaal structurele toevoeging aan reserves

8.271.960

2.953.830

1.691.972

0

0

0

D. totaal structurele onttrekkingen aan reserves

6.152.499

4.810.523

506.637

87.092

0

0

E. totaal baten (voor bestemming)

67.728.384

61.525.918

67.700.982

60.602.032

60.680.410

65.323.784

Structurele exploitatieruimte ((B-A)+(D-C))/E*100%

6,06%

0,62%

0,50%

-0,01%

0,79%

1,66%

4. De onbenutte belastingcapaciteit

De onbenutte belastingcapaciteit is het bedrag dat redelijkerwijs nog aan extra inkomsten kan worden gerealiseerd. Het gaat hierbij met name om de onroerendezaakbelasting, de afvalstoffenheffing en de rioolrechten. Een redelijk peil bestaat uit 100% kostendekkendheid bij de afvalstoffenheffing en de rioolrechten. Voor wat betreft de ozb wordt de ruimte in aanmerking genomen tussen de eigen tarieven (volgens deze begroting) en het normtarief voor de zgn. artikel 12-gemeenten . Dat tarief ligt algemeen gesproken 20% boven het landelijke gemiddelde. Dit tarief staat jaarlijks vermeld in de meicirculaire van het Gemeentefonds.

In tabel 1.2 is de berekening van het ´gewogen gemiddelde ozb-tarief´ voor de toelating tot artikel 12 voor de gemeente Urk opgenomen.

Tabel 1.2 Berekening werkelijk gewogen gemiddelde OZB-tarief voor toelating tot artikel 12

WOZ-waarde woningen

1.579.000.000

A

WOZ-waarde niet woningen, eigenaren en gebruikers samen

916.500.000

B

OZB-opbrengst o.b.v. totaal WOZ-waarde

5.024.796

C

Onderdekking reiniging/afvalstoffen

0

D

Onderdekking riolering

0

E

OZB-opbrengst gecorrigeerd voor onderdekking

5.024.796

F = C-D-E

Gewogen gemiddelde OZB-tarief

0,20%

= F/(A+B)*100

Wanneer het berekende gemiddelde ozb-tarief voor de gemeente lager is dan het percentage voor toelating tot artikel 12 is er in principe sprake van een onbenutte belastingcapaciteit, immers het verhogen van het ozb-tarief is nodig zijn om voor een aanvullende uitkering in aanmerking te komen. In tabel 1.3 is bij benadering aangegeven welke opbrengst deze verhoging genereert. Er is voor gekozen het verschil in het tarief te vermenigvuldigen met de WOZ-waarde van de woningen + de WOZ-waarde van de niet-woningen. Bij een daadwerkelijke aanvraag is een meer nauwkeurige berekening aan de orde.

Tabel 1.3 Onbenutte belastingcapaciteit t.o.v. “artikel-12 norm”

OZB-percentage van de Woz-waarde voor toelating art.12

0,18%

Werkelijk gewogen % Woz-waarde gemeente

0,20%

Verschil

-0,02%

Onbenutte belastingcapaciteit

-510.437

Het is duidelijk dat er geen sprake is van onbenutte capaciteit hebben inzake ozb, riool- en afvalstoffenheffing.

5. De reserve Grondzaken (algemene weerstandsreserve grondexploitatie)
Voor het bepalen van de weerstandscapaciteit is van belang de hoogte van het vrije deel van de reserve Grondzaken (algemene weerstandsreserve grondexploitatie). De geraamde stand per ultimo 2022 van het vrij aanwendbare deel van de reserve grondzaken bedraagt
€ 6,7 mln. (2021: € 6,9 mln.). De stijging van de reserve is voornamelijk te danken aan de winstnames Zeewijk en Oranjewijk en aan het verlagen van de verliesvoorziening Port of Urk in de jaarrekening 2020.

Recapitulatie

Bij het bepalen van de weerstandscapaciteit wordt om te beginnen onderscheid gemaakt tussen de “algemene dienst” en de “grondexploitatie”. De eigen aard en de omvang van de grondexploitaties zijn daarvoor de argumenten. Er is echter sprake van slechts één bedrijfseconomische entiteit: de gemeente Urk. Risico's en weerstandscapaciteit moeten dan ook uiteindelijk in z'n totaliteit worden beoordeeld.

Weerstandscapaciteit algemene dienst:

- algemene reserve

4.705.300

- bestemmingsreserves, ter egalisatie van begrotingsposten

6.532.600

Totaal

€ 11.237.900

(incidenteel)

- ruimte op de begroting (onvoorzien)

159.000

- onbenutte belastingcapaciteit (OZB)

0

- onbenutte belastingcapaciteit (begraafrechten)

0

Totaal

€ 159.000

(structureel)

De bovengenoemde bedragen (€ 11,2 mln. en € 159.000) geven het vermogen van de gemeente weer om  binnen de algemene dienst maatregelen te treffen om tegenvallers op te vangen.

Weerstandscapaciteit grondexploitatie:

- reserve grondzaken

6.671.000

Totaal

€ 6.671.000

(incidenteel)

Dit bedrag geeft het vermogen van de gemeente weer om financiële tegenvallers van de in eerste instantie de grondexploitatie op te vangen. Indien gewenst kan de gemeenteraad hier echter ook andersoortige incidentele risico's mee afdekken.

Risico-inventarisatie (berekening benodigde weerstandscapaciteit)

Een risico is de onzekerheid dat een gebeurtenis met negatieve gevolgen zich voordoet. Pas als een risico, ondanks de inspanningen op het gebied van risicomanagement, toch optreedt en negatieve financiële gevolgen heeft voor de gemeente, komt het weerstandsvermogen in beeld. Het weerstandsvermogen (de beschikbare weerstandscapaciteit) wordt gerelateerd aan de benodigde weerstandscapaciteit die wordt berekend aan de hand van het totaal van de geïnventariseerde en gekwantificeerde risico’s.

In dit hoofdstuk worden de risico’s van de gemeente op een rij gezet en ingedeeld in de volgende risicocategorieën:

  • Algemeen
  • Concreet
  • Specifiek

Uitgangspunt bij het bepalen van de risico’s is het gegeven dat ze nooit allemaal tegelijk en met een maximale omvang optreden. In een risicoprofiel van meerdere risico’s is het ondenkbaar dat ze tegelijk in één jaar zullen optreden. Sommige risico’s zullen zich nooit voordoen, terwijl andere zich daarentegen in hun maximale omvang manifesteren.
In dit hoofdstuk worden allereerst de algemene risico’s zoveel mogelijk in beeld gebracht. Voor algemene risico’s worden in de regel geen afzonderlijke reserves aangehouden. De concrete risico’s zijn in principe zoveel mogelijk gedekt door de aanwezige reserves en voorzieningen. De nadruk komt voor de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit op de gemeentelijk specifieke risico’s te liggen.

Algemene risico’s
Algemene risico’s zijn voor de gemeente aan te merken als normale risico’s. De algemene risico’s worden onderstaand benoemd omdat deze risico’s in de toekomst voor de gemeente Urk specifieke risico’s kunnen worden. Voor specifieke risico’s zal vervolgens weerstandsvermogen moeten worden opgebouwd.
Daarbij is het geheel van algemene risico’s aanleiding voor het in standhouden van een minimaal algemeen weerstandsvermogen, los van de hierna te behandelen specifieke risico’s. De volgende algemene risico’s worden gesignaleerd:

  • Economische conjunctuur/Coronavirus

De economisch conjunctuur was goed tot het moment dat het Coronavirus zijn intrede deed. Het is nog steeds moeilijk te bepalen hoe groot de financiële impact zal zijn. Onze organisatie loopt geen risico voor de continuïteit.
Een langdurige recessie lijkt op dit moment niet aan de orde te zijn. Daardoor worden met name aan de opbrengstenkant de risico’s niet hoog ingeschat. Te denken valt aan de  opbrengsten wegens grondverkopen, leges bouwactiviteiten, verhuur van gronden en gebouwen, etc.

  • Grondverkopen (grondexploitatie)

Met betrekking tot risico inschatting van de grondverkopen is een splitsing gemaakt tussen de werkelijke boekwaarde van de complexen van het voorafgaande jaar en de geplande uitgaven voor het komende jaar. Het eerste onderdeel is een vaststaand gegeven en deze zijn dan ook weergegeven bij de specifieke risico’s. De geplande uitgaven zijn gezien het toekomstige karakter, een onderdeel van de algemene risico’s. De grondexploitaties lopen goed. De exploitaties worden jaarlijks bijgesteld en voor eventueel daarin voorziene verliezen worden verliesvoorzieningen op de balans opgenomen ten laste van de reserve grondzaken.

  • Voor het aan te leggen binnendijks bedrijventerrein Port of Urk is een op uitvoering gericht plan  ontwikkeld. In de ratio weerstandsvermogen is uitgegaan van een hoger risicoprofiel voor het bedrijventerrein dan de bestaande complexen. In december 2020 heeft de raad de grondexploitatie voor dit complex geactualiseerd. Het plan sloot toen op een verwacht verlies van ruim € 1,4 mln. Hiervoor is een verliesvoorziening getroffen.
  • Programma Aanpak Stikstof (PAS)

Veel bouwplannen sneuvelden de afgelopen periode als gevolg van de uitspraak Raad van State met betrekking tot de Programmatische Aanpak Stikstof. Het stikstofprobleem zien we voorlopig als een risico en niet als een feit. De extra gevolgen brengen wij in beeld. Het mogelijk risico wordt gekwantificeerd en meegenomen in de risicoparagraaf van het project. Dit zal leiden tot het verhogen van het risicoprofiel per project, maar niet direct de financiële waardering van gronden.

  • Renteontwikkelingen

Door het beleid van de Europese Centrale Bank kent de rente al langere tijd een historisch laag en stabiel niveau. Daardoor is het risico van stijgende rentes aanwezig. De door ons gehanteerde algemene rekenrente voor investeringen is voor 2022 gesteld op 1,7%. De door te berekenen rente aan de grondexploitaties is vastgesteld op 1,4%. De percentages zijn de laatste jaren behoorlijk gedaald. Dit is een uiting van de daling van de marktrentes in combinatie met de (her-)financieringsbehoefte van gemeente Urk. De werkelijk gewogen gemiddelde rente van het lang vreemd vermogen is voor de gemeente Urk 2,3% (was: 2,4%).

  • Het Gemeentefonds wordt in 2022 en 2023 belangrijk gewijzigd. Er vindt met ingang van 2023 een algehele herijking plaats met ingrijpende herverdeeleffecten. Daarnaast wordt op grond van de arbitrage-uitspraak een fors bedrag extra toegevoegd aan het fonds als gevolg van de landelijke ontwikkeling van de kosten van de jeugdhulp. Beide ontwikkelingen betekenen zoals het zich momenteel laat aanzien een positief effect voor de algemene uitkering aan de gemeente Urk. Met name de herijking is echter nog onderwerp van advisering door de Raad voor het Openbare Bestuur. Pas in de meicirculaire 2022 wordt duidelijk welk effect werkelijk in de begroting verwerkt kan worden. De herijking levert (naar huidige inzichten) voor Urk een structureel hogere algemene uitkering op van € 2,9 mln. (€ 141 per inwoner). In de meerjarenbegroting 2022 - 2025 is deze bate niet volledig meegenomen. De herverdeling over de gemeenten kent een ingroeipad van vier jaren waarbij per jaar € 15 per inwoner wordt verwerkt, zowel voor de voor- als voor de nadeelgemeenten. In 2025 is een extra bate geraamd van € 45 per inwoner, dus 32% van het totale verwachte effect, volgens het volgende ingroeipad:

2023   € 15 p/i      € 325.000
2024   € 30 p/i      € 658.000
2025    € 45 p/i      € 997.000

Als de herijking in z'n definitieve vorm een geringer effect oplevert voor Urk dan € 45 per inwoner, dan levert dat een nadeel op in de begroting. Ieder effect dat groter is dan € 45 per inwoner betekent een verbetering van het meerjarenperspectief. Overigens vindt in 2026 nog nader onderzoek plaats of de herijking alsnog aanpassingen behoeft. Op dat moment kan de nu verwachte hogere algemene uitkering van € 2,9 mln. nog wijzigen.

  • Provinciaal beleid

Dit kan met name risico’s met zich meebrengen bij het realiseren van projecten.

  • Organisatierisico’s

De gemeente heeft op dit moment de volgende risico’s verzekerd: aansprakelijkheid (wettelijk, bestuurders en werkgever), politiek molest, risico’s bij de bouw, brand en storm (gebouwen en inventaris), het wagenpark, materieel buitendienst, transport kunst, ongevallen, verhaalswet ongevallen ambtenaren, rechtsbijstand, collegebescherming, computers, instrumenten/apparaten en fraude. De financiële gevolgen in het geval van kortstondige ziekte of ontslag van personeel kunnen niet verzekerd worden.

  • Open einde regelingen

Door de economische ontwikkelingen kunnen aanspraken op verschillende regelingen toenemen. De uitgaven voor bijstand en minima kunnen daardoor stijgen. Ook bij de Jeugdwet en bij de WMO levert het openeindekarakter risico's op.

  • Deelnemingen

Met betrekking tot het rendement uit deelnemingen (dividenduitkeringen) is in de begroting een realistisch saldo opgenomen. Verder kan worden vermeld dat de diverse opbrengsten “voorzichtig” zijn geraamd.

  • Verbonden partijen (subsidies o.b.v. gemeenschappelijk regelingen)

In dit kader kan met name de werkvoorzieningstaak worden genoemd. Het Concern voor Werk is werkzaam op dit terrein. Als er tekorten ontstaan, wordt de gemeente daarvoor aangesproken worden. Om deze op te kunnen vangen is een egalisatiereserve gevormd. Deze reserve heeft per ultimo 2022 een geraamd saldo van € 822.000.

  • Verbonden partijen (verstrekte geldleningen uit hoofde van de publieke taak)

Het gaat met name de leningen aan de Stichting Sportaccommodatie Urk. De rente- en aflossingstermijnen worden automatisch geïncasseerd en daarbij is nog nooit sprake geweest van een betalingsachterstand. Als zekerheid is het recht van eerste hypotheek verstrekt op de twee sporthallen.

  • Majeure investeringen

Opgaven en uitdagingen liggen de komende jaren zowel op het terrein van wonen als werken. Om antwoord te kunnen geven op de blijvende en toenemende vraag naar woningen (Zeeheldenwijk), moet Urk fors investeren. Daarnaast wordt Urk gevraagd haar bijdrage te doen in de economische ontwikkeling van Noordelijk Flevoland (Buitendijkse haven en bedrijventerrein). Met een bijdrage in de uitbreiding en verbetering van de infrastructuur buiten de gemeentegrenzen met name de Randweg is in deze begroting geen rekening gehouden.

  • Beheerplannen

Voor een aantal onderdelen van de exploitatie zijn de afgelopen jaren beheerplannen gemaakt. De kosten die opgenomen zijn in deze beheerplannen zijn gedekt in de (meerjaren-)begroting. De inhoud van de beheerplannen worden voor een groot gedeelte bepaald door het Beleidsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte. Dit plan wordt momenteel geactualiseerd. De actualisatie van dat plan, de beleidskeuzes die daar worden gemaakt, en de kwaliteit van de beheerplannen kunnen financiële consequenties hebben voor de begroting.

In onderstaande tabel is een kwantificering van de algemene risico’s weergegeven. Omdat deze moeilijk individueel zijn te bepalen, wordt daarbij uitgegaan van de jaarlijkse begrotingsomvang. Op basis van de uitgangspunten wordt uitgegaan van een incidenteel risicoprofiel van 5%. Uitgaande van de begrotingsomvang is van beide onderdelen (algemene dienst en grondexploitatie) de benodigde weerstandscapaciteit berekend. Dit kan als volgt worden weergegeven:

Omschrijving

Grondslag Financieel risico

Risico profiel

Benodigde weerstands-capaciteit

Eventuele opmerkingen

Begrotingsomvang 2022 van Algemene dienst

€ 48.154.900

5%

€ 2.407.700

Het is gewenst, gezien de geïnventariseerde algemene risico’s (zoals hierboven gespecificeerd en toegelicht), om een deel van de beschikbare algemene weerstandscapaciteit hiervoor in te zetten. Conform de vastgestelde beleidskaders wordt een richtlijn gehanteerd, waarbij 5% van de ‘omzet’ als risicobedrag wordt opgevoerd.

Begrotingsomvang 2022 van Grondexploitatie

€ 18.024.100

5%

€ 901.200

Totaal incidenteel algemene dienst

€ 48.154.900

€ 2.407.700

Totaal incidenteel grondexploitatie

€ 18.024.100

€ 901.200

Concrete risico’s
Tot concrete risico’s worden risico’s gerekend waarvan de omvang redelijkerwijs zijn in te schatten. Voor concrete risico’s worden bestemmingsreserves en voorzieningen ingesteld. De gemeente heeft bijvoorbeeld een reserve/voorziening voor wethouders-pensioenen en –wachtgelden gevormd.
De hoogte van de voorzieningen en bestemmingsreserves dekken de gesignaleerde risico’s in voldoende mate af. Er hoeven derhalve geen aanvullende voorzieningen te worden getroffen.

Specifieke risico’s
Tot de specifieke risico’s worden risico’s gerekend die gelden voor de specifieke omstandigheden waarin de gemeente opereert. In de onderstaande tabel worden deze risico’s voor zover mogelijk gekwantificeerd. Deze risico’s kunnen zich eventueel op zowel de korte als de lange termijn voordoen.

Omschrijving

Grondslag Financieel risico

Risico profiel

Benodigde weerstands-capaciteit

Eventuele opmerkingen

Garantie geldleningen woningen particulieren

€ 0

5%

€ 0

Deze garantie is nog gebaseerd op een inmiddels stopgezette (verplichte) rijksregeling. Er is sprake van een klein risico omdat het Rijk voor 50% deelneemt in de risico’s. Verder komen er geen nieuwe garanties bij, waardoor het risico jaarlijks afneemt (sterfhuis constructie).

Stichting De Rots (publiek belang)

€ 208.700

5%

€ 10.400

Aan Stichting De Rots is, inzake de jeugdvoorziening, een garantie afgegeven tot een bedrag van € 273.400 (er is sprake van recht van 1e hypotheek).

Garantie geldlening Stichting Ons Sporthuis

€ 47.500

5%

€ 2.400

Aan Stichting Ons Sporthuis is een garantie afgegeven tot een bedrag van € 80.000.

Huisvuil Centrale (publiek belang)

€ 5.761.800

5%

€ 288.100

Aan deze verbonden partij zijn, o.b.v. de gemeenschappelijke regeling, garanties afgegeven tot een totaalbedrag van € 670 mln. (totaal van de garanties).

Borgstellingen BBZ-kredieten

€ 0

5%

€ 0

M.i.v. 1 januari 2012 worden er garantiestelling afgegeven i.p.v. verstrekkingen.

Berechja College

€ 625.000

10%

€ 62.500

Aan Berechja College is een garantie afgegeven voor een lening van € 1,5 miljoen. De lening wordt jaarlijks met € 125.000 afgelost.

Concern voor Werk (publiek belang)

€ 255.700

10%

€ 25.600

Aan deze verbonden partij zijn, o.b.v. de gemeenschappelijke regeling, garanties afgegeven tot een totaalbedrag van € 8,5 miljoen. Jaarlijkse aflossing bedraagt € 400.000. (Urk heeft een aandeel van 11,98% in de realisatie van een kassencomplex).

Totaal incidenteel algemene dienst

€ 6.898.700

€ 389.000

Omschrijving

Grondslag Financieel risico

Risico profiel

Benodigde weerstands-capaciteit

Eventuele opmerkingen

Overige voorraden

€ 500.000

10%

€ 50.000

Dit betreft de geraamde boekwaarde van de overige voorraden per ultimo 2021.

Boekwaarde grexen woningbouw

€ 46.461.400

10,0%

€ 4.646.100

Dit betreft de geraamde boekwaarde van grondexploitatiecomplexen woningbouw per ultimo 2022.

Boekwaarde grexen bedrijfsterrein(en)

€ 12.282.700

20,0%

€ 2.456.500

Dit betreft de geraamde boekwaarde van grondexploitatiecomplexen bedrijventerreinen per ultimo 2022.

Totaal incidenteel grondexploitatie

€ 59.244.100

€ 7.152.600

Bij het bepalen van de weerstandscapaciteit is aangegeven dat door de eigen aard en de omvang van de grondexploitaties de weerstandscapaciteit grondexploitatie en algemene dienst afzonderlijk in beeld worden gehouden. Ook ten aanzien van de gemeente specifieke risico’s wordt dit stramien gevolgd.

Nadere toelichting op deze beide onderdelen:

Algemene dienst
De grondslag voor de berekening van de totaal gekwantificeerde incidentele risico’s vormt een bedrag van € 55.053.600. Voor de structurele risico’s betreft dit een bedrag van € nihil. De gekwantificeerde risico’s zijn gebaseerd op het maximum te betalen bedrag. Het risicoprofiel geeft aan in welke mate het risico wordt meegenomen voor de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit. Het totale kwantificeerbare risico bedraagt € 2.796.700 (incidenteel) en € nihil (structureel).

Grondexploitatie
De grondslag voor de berekening van het totaal aan gekwantificeerde risico’s voor de grondexploitatie bedraagt € 59.244.100 (dit betreft de geraamde boekwaarde van alle grondexploitatiecomplexen en overige voorraden per ultimo 2022). Het totale kwantificeerbare risico bedraagt € 8.053.800 (incidenteel).

Bepaling weerstandsvermogen         
Het weerstandsvermogen wordt bepaald uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s.      

Dit kan als volgt worden weergegeven:

Beschikbare weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit van de gemeente Urk is bepaald en is opgebouwd uit 3 onderdelen:

1.    Incidentele weerstandscapaciteit algemene dienst:

€ 11.237.900

2.    Incidentele weerstandscapaciteit bouwgrondexploitatie:

€ 6.671.000

3.    Structurele weerstandscapaciteit algemene dienst:

€ 159.000

Benodigde weerstandscapaciteit

De risico’s van de gemeente Urk worden eveneens verdeeld in uiteindelijk 3 onderdelen:

1. Incidentele risico's algemene dienst:

- algemene risico’s

2.407.700

- specifieke risico’s

389.000

€ 2.796.700

2. Incidentele risico's grondexploitatie:

- algemene risico’s

901.200

- specifieke risico’s

7.152.600

€ 8.053.800

3. Structurele risico's algemene dienst

€ 0

Financiële kengetallen

In deze begroting wordt een doorkijk gegeven naar het jaar 2031. Dit is nodig. Urk groeit en blijft groeien. Opgaven en uitdagingen liggen de komende jaren zowel op het terrein van wonen als werken. Er is een blijvende en toenemende vraag naar woningen, dus naar bouwgrond. Daarnaast wordt samen met gemeente Noordoostpolder en provincie Flevoland gewerkt aan het realiseren van de buitendijkse haven. Deze uitdagingen hebben hun weerslag ook op een aantal financiële kengetallen.

Kengetallen
De kengetallen en analyse daarvan geven op eenvoudige wijze inzicht over de financiële positie van de gemeente Urk. In ogenschouw dient te worden genomen dat de kengetallen een grofmazig instrument zijn om een uitspraak te doen over de financiële positie. Ze vormen ook een belangrijk onderdeel van het Interbestuurlijk Financieel Toezicht door de provincie. De toezichtkengetallen zijn ingedeeld in drie pijlers: begrotings-, schuld- en weerstandspositie. In het overzicht op de volgende pagina zijn de uitkomsten van de kengetallen van iedere pijler over de jaren 2020 tot en met 2031 weergegeven. Met behulp van de stoplichtkleuren groen, oranje en rood wordt respectievelijk de situatie gunstig, neutraal of ongunstig aangegeven waar het kengetal zich in bevindt. De normen zijn veelal afgeleid van de VNG. De vijf kengetallen BBV worden afzonderlijk toegelicht en beoordeeld over de jaren 2020 tot en met 2031.

Pijlers 2020-2031
Gemeente Urk kent een begrotingspositie (pijler 1) die pas met ingang van 2025 weer sluitend is. Ondanks dat de gemeente Urk moeilijke jaren achter de rug heeft, is het haar gelukt haar broze financiële positie in 2016 sterk te verbeteren. De begrotingen 2022 t/m 2024 vertonen echter tekorten die gedekt moeten (en kunnen) worden door uitnames uit de algemene reserve.
Aan de hand van 10 financiële regels houdt gemeente Urk haar financiële weerbaarheid op peil. Deze regels worden strak nageleefd en hebben hun waarde inmiddels bewezen. De afgelopen jaren is er fors geïnvesteerd in het voorzieningenniveau. Dit uit zich in een stijging van de woonlasten die boven de VNG-norm uitkomt. De komende jaren liggen de woonlasten fors boven het landelijk gemiddelde.

Vanuit het kengetal netto-schuldquote gekeken, is er vanaf het jaar 2022 een sterke toename van de schuldpositie (pijler 2) zichtbaar. Gemeente Urk komt boven de kritische norm. De verwachting is dat er de tot en met het jaar 2025 voor ruim € 60 miljoen wordt geïnvesteerd en in de jaren 2026 tot en met 2031 nog eens € 19 miljoen.

Het weerstandsvermogen (pijler 3) is in 2020 in alle opzichten goed te noemen. De ratio van het weerstandsvermogen algemeen (2020: 5,0) is uitstekend. De ratio weerstandsvermogen grondexploitaties bedraagt per 31 december 2020 1,2. Het algemene weerstandsvermogen van de gemeente als geheel blijft de komende jaren goed. De schuldpositie en het weerstandsvermogen grondexploitaties weerspiegelen de ambities van Urk vooral voor wat betreft het ontwikkelen van de Zeeheldenbuurt en de Port of Urk.

Kritische norm

rekening 2020

begroting 2021

begroting 2022

begroting 2023

begroting 2024

begroting 2025

begroting 2026

begroting 2027

begroting 2028

begroting 2029

begroting 2030

begroting 2031

BEGROTING

Woonlasten

125%

123%

115%

114%

113%

113%

113%

113%

112%

112%

112%

111%

111%

Structurele exploitatie ruimte

0%

6,1%

0,6%

0,5%

0,0%

0,8%

1,7%

0,9%

0,9%

0,9%

0,9%

0,9%

0,9%

SCHULDPOSITIE

Netto-schuld quote (BBV)

130%

70%

114%

142%

165%

145%

134%

117%

105%

93%

82%

72%

62%

Netto-schuld quote (minus verstrekte leningen (BBV)

130%

65%

109%

138%

161%

141%

130%

114%

102%

90%

79%

70%

60%

Debt ratio

80%

56%

63%

69%

69%

68%

68%

67%

66%

65%

64%

63%

61%

Netto schuld (minus verstrekte leningen) per inwoner

€ 1.971

€ 2.082

€ 3.124

€ 4.302

€ 4.438

€ 4.113

€ 4.135

€ 3.913

€ 3.746

€ 3.530

€ 3.308

€ 3.065

€ 2.772

WEERSTANDSVERMOGEN

Weerstandsvermogen algemeen

1,0

5,0

4,3

4,1

3,7

3,7

3,8

3,3

3,3

3,3

3,2

3,2

3,2

Weerstandsvermogen grondexploitatie (incidenteel)

1,0

1,2

0,9

0,8

0,9

1,0

0,9

1,0

1,1

1,2

1,4

1,6

2,0

Solvabiliteit (BBV)

20%

37%

29%

24%

23%

24%

24%

25%

25%

26%

27%

28%

29%

Grondexploitatie (BBV)

40%

47%

73%

87%

91%

78%

73%

62%

54%

46%

39%

32%

24%

Toelichting

Met ingang van de begroting 2016 moet een verplicht basisset van vijf financiële kengetallen worden opgenomen, de zogenaamde kengetallen BBV. De berekeningswijze van de kengetallen is vastgelegd in ministeriële regeling.

1. Netto-schuld quote
De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen woningbouwvereniging). Op die manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast. De netto-schuld quote van de gemeente Urk ligt vanaf het jaar 2016 onder de door VNG gestelde norm (2020: 70%). In het geval de doorleningen worden afgetrokken komt de quote op 65% (2020).  

2. Solvabiliteit
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal. Het eigen vermogen van een gemeente bestaat volgens artikel 42 BBV uit de reserves (zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves) en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten. De solvabiliteit komt vanaf het jaar 2016 boven de 30% uit. Het meerjarenperspectief is onveranderd met een tijdelijk dalende solvabiliteit tot 23%. Hierna neemt het weer gestadig toe.

3. Structurele exploitatieruimte
Voor het beoordelen van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Bij incidentele lasten of baten gaat het om eenmalige zaken die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. De structurele exploitatieruime van de gemeente Urk is in meerjarig perspectief positief met als uitzondering 2023 waar we die op nihil schatten.

4. Grondexploitatie
Voor het berekenen van dit kengetal worden de niet in exploitatie genomen gronden en de bouwgrond in exploitatie bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten (ingevolge artikel 17 BBV: exclusief mutaties reserves) en uitgedrukt in een percentage. De komende jaren is het beeld van het kengetal hetzelfde als in de voorgaande begrotingen: het kengetal stijgt, wat een weergave is van de forse inspanningen in de grondexploitaties. De verwachting blijft, evenals in de begrotingen 2020 en 2021, dat het kengetal na 2028 door grondverkopen weer daalt onder de 40%.

5. Belastingcapaciteit: woonlasten meerpersoonshuishouden
De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt gerelateerd aan de totale woonlasten. Het Coelo publiceert deze lasten ieder jaar in de Atlas van de lokale lasten. Tot de woonlasten worden gerekend de OZB, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in een gemeente. De belastingcapaciteit van gemeenten wordt daarom berekend door de totale woonlasten van een meerpersoonshuishouden (mph) in jaar t te vergelijken met het landelijk gemiddelde in jaar t-1 in en uit te drukken in een percentage.
In het overzicht op de vorige pagina zijn de woonlasten aangemerkt met de kleur oranje. Urk wijkt af met haar woonbezetting ten opzichte van het gemiddeld Nederlands huishouden (verhouding 3,4:2,4). Bij de berekeningsmethodiek ‘woonlasten per inwoner’ komt gemeente Urk in de buurt de gemiddelde woonlasten per inwoner van Nederland.

Deze pagina is gebouwd op 10/14/2021 17:55:18 met de export van 10/14/2021 17:43:08