Paragrafen

Treasury

Inleiding

Treasury bestaat uit financiering, cashmanagement en renterisicobeheer. Het heeft tot doel te voorzien in vreemd vermogen tegen zo laag mogelijke kosten en ook te beschermen tegen financiële risico’s. Het wettelijke kader voor treasury ligt in de Wet Financiering decentrale overheden (Fido) en het Treasurystatuut van de gemeente Urk. De benodigde financieringsmiddelen worden centraal voor de gehele huishouding van de gemeente georganiseerd. Uit het Treasurystatuut blijkt dat de gemeente Urk heeft gekozen voor een laag risicoprofiel.

Algemene ontwikkeling en externe invloeden

Mede als gevolg van het beleid van de Europese Centrale Bank is er nog steeds sprake van een bijzondere geld- en kapitaalmarkt. De rente voor langlopende leningen is nog steeds bijzonder laag en bij het aantrekken van korte financiering is sprake van een negatieve rente. Dat betekent dat het voor de korte termijn geld lenen, rente oplevert. Tegelijkertijd moet betaald worden voor het aanhouden in rekening-courant bij een saldo van meer dan
€ 500.000. Overigens kan gemeente Urk goed voorzien in onze financieringsbehoefte. Overtollige middelen worden (verplicht) ondergebracht in 's Rijksschatkist.

Financiering lang

Bij het aantrekken van financieringsmiddelen voor een periode van één jaar en langer, wordt vrijwel alleen gebruik gemaakt van het instrument “onderhandse leningen”. Bij het aantrekken van een onderhandse lening, wordt doorgaans een tweetal offertes gevraagd bij goed bekendstaande, en landelijk opererende bankinstellingen. De financieringspositie van de gemeente Urk kan als volgt in beeld worden gebracht.

Bedragen (x € 1.000)

rekening 2020

begroting 2021

begroting 2022

begroting 2023

begroting 2024

begroting 2025

Vaste activa en Grex voorraden

97.090

114.536

141.969

146.381

141.435

143.256

Fin.behoefte(A)

97.090

114.536

141.969

146.381

141.435

143.256

Eigen vermogen en voorzieningen

55.900

49.028

50.339

50.521

51.742

52.161

Vaste schulden (> 1 jaar)

55.908

69.847

98.481

102.448

97.415

98.415

Fin.middelen(B)

111.808

118.875

148.819

152.968

149.157

150.576

Fin.saldo(A-B)

14.717

4.338

6.850

6.587

7.722

7.320

Tekort(-); Overschot(+)

De ontwikkeling van het financieringssaldo wordt nauwlettend gevolgd. Afhankelijk van de ontwikkeling van het tekort (c.q. het uitvoeringstempo van de investeringen) en de renteontwikkeling worden gedurende het jaar nieuwe geldleningen aangetrokken. Uitgangspunt daarbij is dat de kasgeldlimiet en de renterisiconorm niet overschreden mogen worden.

Het verloop van de geldleningen in 2022 kan als volgt worden weergegeven:

Leningen (x € 1.000)

rekening 2020

begroting 2021

begroting 2022

begroting 2023

begroting 2024

begroting 2025

Stand per 1 januari

60.550

55.908

69.847

98.481

102.448

97.415

Nieuwe leningen

0

20.000

35.000

15.000

6.000

12.000

Reguliere aflossingen

-4.642

-6.061

-6.366

-11.033

-11.033

-11.000

Vervroegde aflossingen

0

Renteaanpassing (oud percentage)

Renteaanpassing (nieuw percentage)

Gemiddelde rentepercentage

1,70%

1,70%

1,70%

1,70%

1,50%

1,20%

Stand per 31 december

55.908

69.847

98.481

102.448

97.415

98.415

Machtigingsbesluit

Om tijdig en slagvaardig in te kunnen spelen op ontwikkelingen die zich voordoen op de financiële markten is het gewenst dat de raad het college machtigt tot het aangaan van langlopende geldleningen. Deze machtiging is aan een maximum gebonden. Bij het vaststellen van de kadernota 2018 op 5 juli 2018 heeft de raad dit maximum bepaald op € 25 miljoen.

Kasgeldlimiet (norm voor korte schuld)

Een belangrijk instrument in de regelgeving is de zogenaamde kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet is bedoeld om het renterisico op opgenomen kortlopende geldleningen tot een acceptabel maximum te beperken. Verder is de kasgeldlimiet één van de voornaamste kaders op basis waarvan de treasury haar afwegingen met betrekking tot het tijdelijk opnemen van gelden maakt. Bij een “normale" rentesituatie, kortlopende middelen zijn dan goedkoper dan langlopende middelen, wordt de kasgeldlimiet benut om de lopende financieringsbehoefte te dekken.

Bedragen (x € 1.000)

rekening 2020

begroting 2021

begroting 2022

begroting 2023

begroting 2024

begroting 2025

Grondslag = omvang begroting per 1-1

67.728

61.526

67.701

60.602

60.680

65.324

Toegestane kasgeldlimiet (8,5 %) in bedrag

5.757

5.230

5.755

5.151

5.158

5.553

Toets kasgeldlimiet

totaal netto vlottende schuld***

-8.326

390

-2.145

-2.296

-3.430

-3.028

toegestane kasgeldlimiet

5.757

5.230

5.755

5.151

5.158

5.553

Ruimte (+) / Overschrijding (-)

14.082

4.840

7.899

7.447

8.588

8.581

Renterisiconorm (norm voor lange schuld)

Om de effecten van een negatieve rente-ontwikkeling te beperken is in de Wet Fido een renterisiconorm aangegeven. Door de verplichte renterisiconorm wordt de gemeente gedwongen tot spreiding van de opgenomen leningen, looptijden en rente-aanpassingsdata. Deze norm mag niet overschreden worden.

De renterisiconorm voor 2022 bedraagt € 13.540.000, te weten 20% van het begrotingstotaal van                   € 67.701.000. Met betrekking tot de ontwikkeling van de aflossingen van onze leningen, ten opzichte van deze norm, kan het volgende overzicht worden gegeven (bedragen x € 1000).

Bedragen (x € 1.000)

rekening 2020

begroting 2021

begroting 2022

begroting 2023

begroting 2024

begroting 2025

Grondslag = omvang begroting per 1-1

67.728

61.526

67.701

60.602

60.680

65.324

Toetsing renterisiconorm

Renterisiconorm (20 %)

13.546

12.305

13.540

12.120

12.136

13.065

Renterisico op vaste schuld (aflossingen *)

-4.642

-6.061

-6.366

-11.033

-11.033

-11.000

Ruimte (+) / Overschrijding (-)

8.904

6.244

7.174

1.087

1.103

2.065

Financiering kort (kasbeheer)

De lasten minus de baten van de jaarbegroting en ook de investeringen, worden in eerste instantie gefinancierd met kort geld, financieringsmiddelen met een looptijd van één jaar of korter. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de instrumenten “rekening-courantkrediet”, “daggeldleningen” en “kasgeld-leningen”. Bij het gebruiken van deze instrumenten wordt erop toegezien dat het kasgeldlimiet niet wordt overschreden. Als het limiet wordt genaderd, vindt consolidatie plaats door het aantrekken van langlopende leningen. Hierbij wordt geanticipeerd op de renteontwikkelingen. De wijze waarop dit gebeurd is vastgelegd in het treasurystatuut.

Ontwikkeling liquiditeit

Over de ontwikkeling van de liquiditeitspositie, in relatie tot de kasgeldlimiet, wordt per kwartaal gerapporteerd. Gemeente Urk blijft binnen de kasgeldlimiet.

Kredietrisico

Het verstrekken van leningen en het garanderen van de betaling van rente en aflossing van leningen van derden is alleen toegestaan voor zover de te financieren activiteit een publieke taak van de gemeente betreft. De gemeenteraad bepaalt wat tot die publieke taak behoort. Momenteel heeft de gemeente de volgende leningen verstrekt aan derden:

Bedragen (x € 1.000)

rekening 2020

begroting 2021

begroting 2022

begroting 2023

begroting 2024

begroting 2025

Hypothecaire leningen ambtenaren

0

0

0

0

0

0

Leningen Sociale Zaken (o.b.v. 25%)

287

287

287

287

287

287

Stichting Sportaccommodatie Urk

3.137

3.061

2.985

2.909

2.833

2.757

Totaal

3.424

3.348

3.272

3.196

3.120

3.044

De gemeente loopt over deze verstrekte geldleningen een zeer beperkt risico.

De leningen verstrekt in het kader van Soza-regelingen hebben voornamelijk betrekking op de verstrekking van BBZ-kredieten aan bedrijven. Van deze leningen ligt het grootste deel van het risico bij de rijksoverheid (gemeente 25%, rijksoverheid 75%).

Ook bij de leningen verstrekt aan de Stichting Sportaccommodatie Urk is sprake van een beperkt risico. Door SSU zijn de opstallen in onderpand gegeven. Verder wordt jaarlijks aan de hand van de jaarstukken de financiële positie van de stichting beoordeeld.

Gebruikte rentepercentages

De rentekosten worden aan de diverse begrotingsonderdelen toegerekend aan de hand van de boekwaarden van de investeringen die voor die onderdelen zijn gedaan. De rente wordt uitgedrukt in een percentage van die boekwaarden: het omslagpercentage. Voor het financieren van sommige investeringen zijn specifieke leningen aangetrokken: objectfinanciering. De rentekosten van deze leningen blijven buiten de omslag maar worden direct toegerekend aan de specifieke begrotingsonderdelen.

Renteschema:

rente

boekw 1jan

a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering

1.549.465

* rente langlopende geldleningen

1.065.770

* stelpost investeringsrente GREX

143.947

* rente korte financiering

312.450

* bank- en overige financieringskosten

27.298

b. De externe rentebaten

0

* rente financieringsregeling

Saldo rentelasten en rentebaten €

1.549.465

c1. De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend -/- €

-559.281

41.074.650

c2. De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend -/- €

* Boekwaarden investeringen waaraan geen rente wordt toegerekend

0

486.202

* Stichting Sportaccom Urk

-93.270

2.297.278

* Herfinanc.Sporthal 530950/9315

-36.733

721.669

* StimuleringsfdsVNG 821004/0019

-45.650

3.043.335

* Renovatie Museum Oude Raadhuis 06/??

-965

64.346

* Provisie Grexleningen

-413

31.026

* Starterslening bestaande gebied 13/007

-58.320

1.740.880

-235.350

c3. De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (= projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend +/+ €

* Starterslening bestaande gebied 13/007

58.320

* Herfinanc.Sporthal 530950/9315

36.733

* StimuleringsfdsVNG 821004/0019

45.650

* Stichting Sportaccom Urk

93.270

233.972

Aan taakvelden toe te rekenen externe rente €

-560.659

d1. Rente over eigen vermogen +/+ €

57.876

d2. Rente over voorzieningen +/+ €

Totaal netto aan taakvelden toe te rekenen rente €

1.046.682

e. De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag, afgerond binnen marge van 0,5%)

1,70%

-1.154.678

67.922.256

* staat C totaal

117.381.643

* af investeringen niet via omslag

49.459.387

f. Renteresultaat op het taakveld Treasury €

-107.997

Per begrotingsjaar varieert het omslagpercentage en ook in de jaarrekening zal het percentage afwijken van de begroting. Om op het niveau van de specifieke onderdelen van de begroting de kapitaallasten stabiel te houden, is het verstandig (onder meer met het oog op een bestendige lijn bij het berekenen van (kostendekkende) tarieven) het omslagpercentage niet jaarlijks aan te passen. Om die reden staat de BBV-regelgeving toe dat het rekenkundige omslagrentepercentage binnen een marge van 0,5% wordt afgerond.

Het in 2022 gehanteerde omslagpercentage is daarom bepaald op 1,7, evenals in 2021. Het rekenkundige omslagpercentage bedraagt in 2022 1,54. Verwezen wordt naar onderstaande berekening.

Omslagrenteberekening

De aan taakvelden toe te rekenen rente

1.046.682

A

Totale boekwaarde volgens staat van activa

117.381.643

Af:

c1. grondexploitatie

41.074.650

c2. projectfinanciering

* Renteloze investeringen

486.202

* Stichting Sportaccom Urk

2.297.278

* Herfinanc.Sporthal 530950/9315

721.669

* StimuleringsfdsVNG 821004/0019

3.043.335

* Renovatie Museum Oude Raadhuis 06/??

64.346

* Provisie Grexleningen

31.026

* Starterslening bestaande gebied 13/007

1.740.880

49.459.387

In omslag te betrekken

67.922.256

B

renteomslag

A/B

1,54%

Op basis van BBV voorschrift af te ronden binnen marge van

0,50%

Omslagpercentage valt dan binnen: 1,04% en 2,04%

Deze pagina is gebouwd op 10/14/2021 17:55:18 met de export van 10/14/2021 17:43:08